Friday 26 April 2013

Prevalentie en functionele gebruik van gebaren als ondersteunde communicatie bij volwassenen met een verstandelijke beperking

Het SMOG-gebaar "kers"
Op ExpORL wordt onderzoek gedaan naar het gebruik van gebaren als ondersteunde communicatie (OC) bij volwassenen met een verstandelijke beperking (VB). Hieruit blijkt enerzijds dat ongeveer 25% van de volwassenen met een VB in 50% van de Vlaamse voorzieningen, gebaren gebruiken. Anderzijds vonden we dat hun communicatieve mogelijkheden serieus onderschat worden als we hen testen met klassieke taal- en communicatietests.

Wie soms in contact komt met personen met een VB, heeft vast wel al van SMOG gehoord. SMOG staat in deze context niet voor de welbekende luchtvervuiling, maar voor Spreken Met Ondersteuning van Gebaren. SMOG is een gebarensysteem dat in de jaren ’80 specifiek ontwikkeld werd voor personen met een VB die moeite hebben met verbale communicatie. Hieronder verstaan we zowel moeite met het begrijpen van gesproken taal, als moeite met het zelf spreken. Bij SMOG wordt de gesproken taal gecombineerd met gebaren, waarbij we enkel de kernwoorden in de gesproken zin gaan ondersteunen met een gebaar. Het is dan ook een key word signing (KWS) systeem, waarvan er in elk land wel een lokale variant bestaat. SMOG wordt in heel wat scholen en voorzieningen in Vlaanderen gebruikt, maar sinds de jaren ’80 is er zelden onderzoek naar gedaan.

Het onderzoeksproject op ExpORL is, gezien de weinige informatie die voorhanden is over KWS in het algemeen en SMOG in het bijzonder, exploratief van aard. We richten ons in eerste instantie enkel op volwassenen met een VB. In een eerste fase hebben we bekeken welke volwassenen met een VB nu precies SMOG gebruiken in Vlaanderen. Door vragenlijstonderzoek zijn we te weten gekomen dat SMOG gebruikt wordt in ongeveer 50% van de Vlaamse voorzieningen voor volwassenen met een VB. In deze voorzieningen gebruikt ongeveer 25% van de cliënten zelf actief SMOG.

Een deel van deze groep SMOG-gebruikers zijn we nader gaan bekijken. We vonden 48 volwassen SMOG-gebruikers bereid om deel te nemen aan een observatiestudie. Hierin probeerden we het dagdagelijkse, functionele SMOG-gebruik te objectiveren, en te bekijken welke factoren dit SMOG-gebruik beïnvloeden. We namen een testbatterij af bij onze deelnemers om hun communicatieve en motorische vaardigheden in kaart te brengen. Vervolgens filmden we hen in een spontaan gesprek. De eerste resultaten van dit onderzoek tonen aan dat de klassieke taal- en communicatietests onvoldoende de communicatieve mogelijkheden van onze SMOG-gebruikers in een spontaan gesprek weergeven. De verbale mogelijkheden (= gesproken taal) relateren zeer sterk met de testscores, maar de nonverbale mogelijkheden (= gebarengebruik) helemaal niet. Het gevaar bestaat dus om de functionele, dagdagelijkse communicatieve mogelijkheden van een SMOG-gebruiker, op basis van zijn/haar testscores op klassieke taal- en communicatietests, enorm te onderschatten.

In een volgende fase van het onderzoek worden ook de motorische vaardigheden gerelateerd aan de functionele communicatie, en wordt die functionele communicatie verder kwalitatief geanalyseerd. We willen immers ook te weten komen welke gebaren precies gebruikt worden, en voor welke communicatieve functies dit gebeurt. Gebruiken SMOG-gebruikers vooral gebaren om commentaar te geven op gebeurtenissen, of om vragen te stellen, of voor sociale interactie? Op deze en nog veel meer vragen hopen we binnenkort een antwoord te kunnen formuleren!

Meer informatie? stien.meuris <at> med.kuleuven.be
Referentie: 
Meuris, K., Maes, B., and Zink, I. (2013). The use of key word signing in residential and day care programs for adults with an intellectual disability. Manuscript submitted for publication.

No comments:

Post a Comment